Centrum apotheek Schiedam

's Gravelandseweg 806 3119NG Schiedam Tel:010-4737674 Fax:bvk email

Medische Encyclopedie

Inhoud

paroxetine

Paroxetine behoort tot de serotonineheropnameremmers, ofwel SSRI’s. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI’s verbeteren de stemming en verminderen angsten.

Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals een dwangstoornis, paniekstoornis, sociale fobie, specifieke fobie en posttraumatische stressstoornis.

Het wordt ook gebruikt bij zenuwpijn, bij seksuele stoornissen (vroegtijdige zaadlozing), premenstrueel syndroom (PMS) en bij opvliegers tijdens de overgang. Verder bij jeuk en hoesten in de laatste levensfase (palliatieve zorg).

Wat doet paroxetine en waarbij gebruik ik het?

Depressie

Verschijnselen
Bij depressiviteit is er sprake van een sombere stemming, geen interesse en plezier meer in de dingen van het leven. Iemand die depressief is, voelt zich vaak waardeloos en heeft schuldgevoelens. Ook kunnen depressieve mensen snel geïrriteerd zijn en moeite hebben met inslapen of doorslapen.

Behandeling
Depressieve klachten kunnen behandeld worden met psychotherapie (gesprekken), met medicijnen, of met een combinatie van beide. Uw arts zal samen met u bepalen welke behandeling voor u het beste is. Het hangt vervolgens van uw persoonlijke situatie af en van het soort depressie, met welk medicijn de arts zal starten.

Effect
Paroxetine vermindert de depressieve klachten. U voelt zich energieker en uw stemming verbetert. Als dit medicijn goed helpt, kunt u dit het best nog 6 maanden blijven gebruiken. Dit verkleint de kans dat de depressie terugkomt. Soms adviseren artsen om het medicijn langer te gebruiken. Bijvoorbeeld bij ouderen of bij mensen die meerdere depressies hebben gehad.

Werking

U kunt binnen enkele dagen nadat u bent gestart met paroxetine al een verbetering merken. Het duurt 4 tot 6 weken tot het medicijn het beste voor u werkt. Paroxetine werkt niet bij iedereen even goed. Soms duurt het wat langer voordat u effect merkt. Of lijken de klachten juist te verergeren. Merkt u na 6 weken nog geen verbetering? Bespreek dit met uw arts. U kunt misschien beter overstappen naar een ander medicijn.

Lees meer over depressie . “

Angstgevoelens en gespannenheid

Verschijnselen
Iedereen is wel eens angstig. Angst is een normale reactie bij dreigend gevaar. Het leidt tot voorzichtigheid of tot vluchten, en is dus een nuttige vorm van zelfbescherming.

Soms is iemand angstig terwijl daar weinig aanleiding voor is, bijvoorbeeld als u niet naar buiten durft, of geen boodschappen durft te doen in een drukke winkel. We spreken dan van een angststoornis.

Angst geeft vaak klachten als hoofdpijn, buikpijn, slaapproblemen en prikkelbaarheid. Hevige angst kan leiden tot hartkloppingen, benauwdheid, zweten, pijn op de borst, trillen, het gevoel flauw te vallen of tintelingen in de armen en benen.

Behandeling
Angstgevoelens en gespannenheid worden meestal behandeld met psychotherapie (gesprekken), met medicijnen, zoals paroxetine of met een combinatie van beide. Uw arts zal samen met u afwegen welke aanpak het beste is in uw situatie.

Effect
Paroxetine vermindert vooral de angstgevoelens zoals piekeren, slaapproblemen, prikkelbaarheid en trillen.

Het is belangrijk het medicijn minstens een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

Werking
Het kan één tot drie maanden duren voordat u het effect van paroxetine merkt. De eerste twee weken van de behandeling kunnen de angstklachten zelfs toenemen. Ook kunt u de eerste tijd last krijgen van de bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Lees meer over angstgevoelens en gespannenheid . “

Dwangstoornis

Verschijnselen
Een dwangstoornis, zoals smetvrees, is een angststoornis waarbij mensen de drang voelen om voortdurend bepaald handelingen uit te voeren, zoals overdreven vaak schoonmaken en wassen. Een medische term voor een dwangneurose is een ‘obsessief-compulsieve stoornis’.

Behandeling
Gesprekken met een psychiater of psycholoog (gedragstherapie) vormen de basis van de behandeling. Wanneer u ook last heeft van depressieve klachten of angstgevoelens kan uw arts u adviseren ook paroxetine te gebruiken.

 

EffectHet kan één tot drie maanden duren voordat u het effect van paroxetine merkt. U kunt wel vanaf het begin last krijgen van bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, want meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

 

Lees meer over dwangstoornis . “

Paniekstoornis

Verschijnselen
Bij een paniekstoornis heeft u ongewoon sterke aanvallen van paniek. U krijgt dan allerlei lichamelijke verschijnselen, zoals zweten, trillen, duizeligheid, misselijkheid slappe benen en hartkloppingen. U kunt tijdens een aanval het gevoel hebben dat u doodgaat of gek wordt.

Hiervan heeft iedereen wel eens in geringe mate last, maar bij een paniekstoornis heeft u ongewoon sterke aanvallen van paniek. De aanvallen beheersen dan uw leven. Ook kunt u een voortdurende angst hebben om opnieuw een paniekaanval te krijgen.

Sommige mensen proberen ook de situatie waarin een paniekaanval ontstaat te vermijden. Soms lukt het niet meer te gaan werken of naar buiten te gaan (straatvrees) uit angst voor een nieuwe aanval.

Behandeling
Iedereen heeft wel eens een lichte mate van paniek ervaren, maar als de klachten extreem vaak voorkomen en zeer heftig zijn, dan kunnen ze uw welzijn en dat van de mensen in uw omgeving sterk verminderen.

De behandeling van een paniekstoornis bestaat uit gesprekken met een arts of psycholoog (gesprekstherapie). Vaak wordt deze gesprekstherapie gecombineerd met een antidepressivum, zoals paroxetine.

Effect
Paroxetine vermindert de kans op, en ernst van, een paniekaanval. Ook zorgt paroxetine ervoor dat de paniek tijdens een aanval minder heftig is. Het is belangrijk om het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen. Bij stoppen met het medicijn keren de paniekaanvallen meestal terug, als er verder niets is veranderd door bijvoorbeeld gedragstherapie.

Werking
Het kan vier tot zes weken duren voordat u het effect van paroxetine merkt. De eerste twee weken van de behandeling kunnen de paniekklachten zelfs toenemen. Ook kunt u de eerste tijd last krijgen van de bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Lees meer over paniekstoornis . “

Sociale fobie

Verschijnselen
Bij een sociale fobie hebben mensen een extreme en ongegronde angst voor kritiek van anderen. Men heeft daarbij last van lichamelijke verschijnselen, zoals trillen, zweten, blozen en hartkloppingen. Hiervan heeft iedereen wel eens in geringe mate last.

Behandeling
Als de klachten extreem vaak voorkomen en zeer heftig zijn, kunnen ze uw welzijn sterk verminderen. Gesprekken met een psychiater of psycholoog (gedragstherapie) vormen de basis van de behandeling. Wanneer u ook last heeft van depressieve klachten of angstgevoelens kan uw arts adviseren om ook paroxetine te gebruiken.

Effect
U merkt het effect van paroxetine niet meteen. Dit kan 3 tot 4 maanden duren. U kunt wel meteen vanaf het begin last krijgen van bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, want meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Het is belangrijk om het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

Lees meer over sociale fobie . “

Specifieke fobie

Verschijnselen
Bij een specifieke fobie hebben mensen een extreme en ongegronde angst voor bepaalde dingen of situaties, zoals spinnen, bloed, hoogtes (hoogtevrees), vliegen (vliegangst) of kleine ruimtes (claustrofobie). Men kan daarbij last krijgen van lichamelijke klachten, zoals trillen, zweten, benauwdheid, misselijkheid of hartkloppingen. Door deze verschijnselen kunt u nog banger worden en in paniek raken.

Behandeling
De behandeling van een specifieke fobie bestaat uit gesprekken met een arts of psycholoog. Helpen de gesprekken niet voldoende? Dan kunt u kiezen voor gedragstherapie. Heeft u dagelijks erg veel last van de angsten, en helpt gedragstherapie niet? Dan kan uw arts u adviseren ook paroxetine te gebruiken.

Effect
U merkt het effect van paroxetine niet meteen. Dit kan 6 tot 8 weken duren. U kunt wel meteen na het begin van de behandeling last krijgen van bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, want meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

Lees meer over specifieke fobie . “

Posttraumatische stressstoornis

Verschijnselen
Een posttraumatische stressstoornis kan ontstaan na een traumatische gebeurtenis. Bijvoorbeeld een bedreiging, een verkrachting, een ramp of een ongeluk. Als het niet lukt om dit te verwerken, kan iemand een posttraumatische stress-stoornis krijgen.

Dit kan direct na de traumatische gebeurtenis beginnen, of pas veel later. Men krijgt dan verschijnselen van toegenomen angst of spanning die er voor de traumatische gebeurtenis niet waren, bijvoorbeeld slecht slapen, concentratieproblemen of heftige schrikreacties. Ook beleeft men details van de gebeurtenis vaak opnieuw in de vorm van nachtmerries of herinneringen die men niet uit het hoofd kan zetten.

Behandeling
Om de traumatische gebeurtenis te verwerken, kunnen gesprekken met een psychiater of psycholoog (psychotherapie) helpen. Paroxetine kan helpen bij een posttraumatische stress-stoornis als ook sprake is van depressiviteit.

Effect
Het effect van paroxetine merkt u niet meteen, maar pas na twee tot vier weken.
De eerste twee weken van de behandeling kunt u zelfs meer last van angst krijgen. Ook heeft u de eerste weken meer kans op bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

Lees meer over posttraumatische stressstoornis . “

Zenuwpijn

Verschijnselen
Bij zenuwpijn voelt u heftige pijnschokken met een zeer scherpe, stekende of constant brandende pijn. De pijn is continue aanwezig of kan opkomen na slechts een lichte aanraking.

Oorzaak
De oorzaak van zenuwpijn ligt bij de gevoelszenuwen. Deze versturen ‘berichten’ over aanrakingen en verwondingen naar de hersenen. Beschadigde of geïrriteerde zenuwen versturen deze berichten onjuist. Uw hersenen voelen hierdoor heftige pijn, zonder dat er van een verwonding sprake is. Een beschadiging of irritatie van een gevoelszenuw kan bijvoorbeeld ontstaan door diabetes mellitus (suikerziekte).

Behandeling
Omdat bij zenuwpijnen de oorzaak van de pijn ligt bij de betrokken gevoelszenuw, hebben gewone pijnstillers meestal weinig effect. Tegen zenuwpijn door diabetes kan paroxetine helpen.

Werking
Het pijnstillende effect komt op een andere manier tot stand dan de werking tegen depressiviteit. De pijnstillende werking begint niet meteen, maar treedt in na één tot twee weken.

Lees meer over zenuwpijn . “

Seksuele stoornissen

Verschijnselen
Er bestaan verschillende seksuele stoornissen. Een vroegtijdige zaadlozing betekent dat de zaadlozing sneller komt dan de man of zijn partner wenst. Als de penis niet stijf wordt of niet lang genoeg stijf blijft, spreken we van een erectiestoornis. Ook minder zin in vrijen kan een seksuele stoornis zijn.

Oorzaak
Een te vroege zaadlozing komt veel voor in de puberteit. Dit gaat meestal vanzelf voorbij. Soms blijven de klachten.

Een vroegtijdige zaadlozing kan verschillende oorzaken hebben, zoals gevoelens, een erectieprobleem, ontsteking van de prostaat,  schildklierafwijkingen, medicijnen of een zenuwaandoening.

Behandeling
Praat over uw problemen met uw partner. Ook gesprekken met een arts kunnen de klachten verminderen.

Bij een vroegtijdige zaadlozing helpen soms paroxetine of clomipramine. Deze medicijnen worden oorspronkelijk gebruikt bij depressiviteit, maar verlengen ook de tijd tot de zaadlozing.

Clomipramine werkt meestal iets beter dan paroxetine, maar geeft andere bijwerkingen en mag niet door iedereen worden gebruikt. Wanneer u ook erectieproblemen heeft werkt paroxetine het beste.

Werking
De arts kan u adviseren paroxetine elke dag te gebruiken of alleen in drie tot vier uur voor het vrijen. Bij dagelijks gebruik duurt het vijf tot tien minuten langer voordat de zaadlozing komt. Als u het alleen gebruikt als u gaat vrijen is de tijd tot de zaadlozing ongeveer drie minuten verlengd.

Het duurt één tot twee weken voordat u dit effect van paroxetine merkt.

Lees meer over seksuele stoornissen . “

Overgangsklachten

Verschijnselen
Tussen het 40e en 55e levensjaar neemt de activiteit van de eierstokken geleidelijk af, waarna vrouwen in de overgang komen. De laatste menstruatie heet de menopauze. Na de menopauze maakt het lichaam minder oestrogenen aan dan tijdens de vruchtbare levensfase. Dit kan soms overgangsklachten geven, zoals opvliegers, zweetaanvallen, slaapproblemen, prikkelbaarheid en stemmingswisselingen.

Ook kunnen overgangsklachten ontstaan na een operatieve verwijdering van de eierstokken De menopauze begint dan eerder.

Behandeling
Als opvliegers heel hinderlijk worden, kan de arts een medicijn voorschrijven. Artsen schrijven paroxetine voor aan vrouwen die opvliegers hebben en geen vrouwelijke hormonen (oestrogenen) mogen gebruiken, zoals bij borstkanker. Het wordt oorspronkelijk gebruikt bij depressiviteit, maar blijkt ook opvliegers te kunnen voorkomen.

Effect
Paroxetine werkt alleen tegen de opvliegers en zweetaanvallen en niet tegen andere overgangsklachten. Het vermindert de ernst en de frequentie van de opvliegers.

Lees meer over overgangsklachten . “

Klachten in de laatste levensfase

Palliatieve zorg is het verlichten van lichamelijke en geestelijke klachten in de laatste levensfase bij ongeneeslijk zieke mensen. Zoals bij kanker.

In die laatste levensfase kunnen klachten ontstaan jeuk en hoesten. Paroxetine kan werken bij deze klachten.

Oorzaak
Jeuk en hoesten bij kanker kan komen door de kanker zelf, maar ook door de behandeling van kanker met bestraling of chemotherapie.

 

Behandeling
Door paroxetine werkt de lichaamseigen stof serotonine sterker in de hersenen. Hierdoor hoeft u minder te kuchen en heeft u minder jeuk.

 

Lees meer over klachten in de laatste levensfase . “

Stoornissen tijdens de menstruatiecyclus

Verschijnselen
Sommige vrouwen hebben veel last van het premenstrueel syndroom. Dit zijn psychische en lichamelijke klachten in de periode voor de menstruatie. Ze reageren emotioneel, zijn sneller geïrriteerd of somber, hebben pijnlijke borsten, een opgeblazen gevoel, worden zwaarder door vochtophoping of krijgen huidproblemen.

Als de menstruatie eenmaal goed op gang komt, verdwijnen de klachten meestal snel. Dit wordt het premenstrueel syndroom genoemd. Deze klachten ontstaan door normale hormoonveranderingen in de cyclus van de vrouw.

Behandeling
Door stress te vermijden en voldoende te bewegen kunnen de klachten verminderen. Als u minder zout eet gaat u het vasthouden van vocht tegen.

Bij ernstig premenstrueel syndroom schrijft uw arts soms paroxetine voor. De arts kan u adviseren paroxetine elke dag te gebruiken of alleen in de twee weken voor u de menstruatie verwacht.

Effect
Bij start 2 weken voor de menstruatie merkt u meestal binnen 3 tot 5 dagen dat paroxetine werkt. U bent minder emotioneel, minder prikkelbaar en u zult minder vocht vasthouden. Soms laat het effect op zich wachten en merkt u pas na enkele maanden een verbetering.

Lees meer over stoornissen tijdens de menstruatiecyclus . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. Bijwerkingen treden niet bij iedereen op, maar alleen bij personen die daar gevoelig voor zijn.

De meeste bijwerkingen zijn in de eerste week het meest uitgesproken en nemen daarna af of verdwijnen zelfs. Ze gaan weer over als u met het medicijn stopt.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, diarree, verstopping, krampen en verminderde eetlust.

    Dit gaat meestal binnen enkele dagen over als u gewend bent geraakt aan het medicijn. U heeft minder last van deze bijwerkingen als u het medicijn met wat voedsel inneemt. Ook kunt u de arts vragen een dosering voor te schrijven waarmee u langzamer opbouwt.

  • Seksuele stoornissen, zoals minder zin in vrijen, moeilijke erectie en een vertraagde zaadlozing.

    Deze bijwerkingen kunnen over gaan als u met het medicijn stopt, maar u kunt er ook daarna nog last van houden. Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Sufheid, slaperigheid, een verminderd reactievermogen en moeite hebben met concentreren.

    Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij uw oplettendheid erg nodig is, zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of het bewaken van een proces op het werk. Onderneem geen risicovolle activiteiten als u last heeft van deze bijwerkingen.

  • Slapeloosheid

    Heeft u hier last van, neem het medicijn dan altijd 's ochtends in.

  • Hoofdpijn, duizeligheid, verwardheid, angst en nervositeit

    Dit treedt vooral op aan het begin van de behandeling en wordt vanzelf minder.

  • Droge mond

    Hierdoor kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontwikkelen. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren.

  • Wazig zien
     

    Raadpleeg uw arts als u hier last van blijft houden.

  • Gewichtsverandering

    Vraag uw huisarts om een verwijzing naar een diëtist als de gewichtsverandering te groot en ongewenst is.
     

  • Zweten, gapen, trillen en bibberen.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Hartklachten, zoals hartkloppingen, versnelde hartslag of juist een vertraagde hartslag. 

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.
     

  • Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Vooral mensen met de aangeboren vorm van de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op. Gebruik dit medicijn NIET als u deze aangeboren hartritmestoornis heeft.

  • Mensen met het Brugada-syndroom, een erfelijke hartaandoening, hebben mogelijk een grotere kans op hartritmestoornissen. 

    Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander middel. Als u dit middel toch moet gebruiken, zal uw arts u extra onder controleren.

  • Tijdelijk wegblijven van de menstruatie of andere stoornissen van de menstruatie.

  • Stemmingsverandering, toename van depressieve gedachten en vijandige gevoelens naar zichzelf of naar anderen

    Dit kan zich uiten in agressie, zelfverwonding of gedachten aan zelfmoord. Neem contact met uw arts op als depressieve gevoelens juist toenemen of verergeren. Jongeren onder de 18 jaar hebben meer kans op deze bijwerkingen. Artsen schrijven dit medicijn daarom meestal niet aan hen voor.

  • Hallucinaties (dingen zien en horen die er niet werkelijk zijn). 

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Oorsuizen 

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Sneller en langer bloeden bij een verwonding. Dit merkt u ook aan blauwe plekken en bloedneuzen.

    Raadpleeg uw arts als u daar veel last van heeft. Dit medicijn kan problemen geven bij bloedingen. Meld daarom uw arts dat u dit medicijn gebruikt wanneer u een operatie moet ondergaan.

  • Mensen met epilepsie hebben kans op een toename van het aantal aanvallen. 

    Overleg hierover met uw arts.

  • Leveraandoeningen

    U kunt dit merken aan een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid. Waarschuw bij deze klachten uw arts.

  • Haaruitval

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Huiduitslag, jeuk en galbulten. In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming.

    Raadpleeg uw arts als u huiduitslag, jeuk of galbulten krijgt. Krijgt u blaren? Met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen? Neem dan direct contact op met uw arts. Mogelijk is er sprake van een allergische reactie op het medicijn en moet u met het medicijn stoppen. In zeldzame gevallen ontstaat er bij allergie koorts, opgezwollen lippen, tong of gezicht of overgevoeligheid voor zonlicht. Stop dan meteen het gebruik en raadpleeg uw arts. Bij allergie mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor paroxetine. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Moeilijk kunnen stilzitten, rusteloosheid en tandenknarsen. Vooral mensen met de ziekte van Parkinson kunnen hier meer last van krijgen.

    Raapleeg uw arts als dit gebeurt, mogelijk moet de dosering van dit medicijn worden verlaagd.

  • Minder witte bloedcellen. Waarschuw uw arts bij infecties die niet overgaan, koorts, keelpijn en blaasjes in de mond. 

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik paroxetine gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld reactievermogen en coördinatievermogen versterken elkaar. Rijd geen auto als u naast paroxetine een ander medicijn gebruikt dat het reactievermogen beïnvloedt.
  • Ontstekingsremmende pijnstillers, zoals ibuprofen, diclofenac, acetylsalicylzuur, naproxen en celecoxib. Deze medicijnen kunnen bijwerkingen op de maag veroorzaken, zoals een maagbloeding. Gelijktijdig gebruik van paroxetine vergroot de kans op deze bijwerkingen. Gebruik daarom liever paracetamol als pijnstiller. Die heeft dat nadeel niet. Wees extra alert als u toch paroxetine samen met een ontstekingsremmende pijnstiller moet gebruiken, en raadpleeg uw arts bij maagklachten. Meestal adviseert de arts u een maagbeschermer te slikken om maagklachten te voorkomen. Overleg met uw arts of dat bij u nodig is.
  • Middelen tegen depressie van de tricyclische groep (amitriptyline, clomipramine, dosulepine, doxepine, imipramine, maprotiline en nortriptyline), trazodon en vortioxetine. De hoeveelheid van deze medicijnen in het bloed kan toenemen. Hierdoor kunnen ze te sterk werken en meer bijwerkingen geven als u ze tegelijk met paroxetine gebruikt. Raadpleeg uw arts, zodat deze eventueel de doseringen kan verlagen. Ook als u al bent gestopt met dit medicijn kan het enkele dagen tot weken duren voor u een ander medicijn tegen depressie veilig kunt gebruiken.
  • Venlafaxine, een andere medicijn tegen depressie. Dit medicijn remt de afbraak van venlafaxine. U kunt meer last krijgen van bijwerkingen zoals slaperigheid, nervositeit, maagdarmklachten, trillen, hartkloppingen en duizeligheid. Neem contact op met uw arts als u dit merkt. Uw arts zal u extra controleren.
  • De antistollingsmedicijnen acenocoumarol en fenprocoumon. Paroxetine kan de werking van de bloedverdunner versterken. Neem contact op met de trombosedienst als u paroxetine gaat gebruiken, de dosis verandert of als u stopt met het gebruik.
  • De plastabletten chloortalidon, chloorthiazide, hydrochloorthiazide, epitizide en indapamide. Als u een van deze medicijnen samen met paroxetine gebruikt, heeft u de eerste weken een verhoogde kans op een tekort aan natrium in het bloed. Dat kan vooral ontstaan door vochtverlies, zoals bij braken, diarree, koorts en hitte. U merkt dat aan plotselinge ernstige vermoeidheid, sufheid, slecht aanspreekbaar zijn, verminderde eetlust, braken en diarree. Waarschuw dan meteen uw arts.
  • Metoprolol, bijvoorbeeld gebruikt bij hart- en vaatziekten. Paroxetine kan de hoeveelheid metoprolol in het bloed verhogen. Hierdoor kunnen de werking en bijwerkingen van metoprolol toenemen. U kunt dan bijvoorbeeld last krijgen van een te trage hartslag. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.
  • Flecaïnide, een medicijn bij hartritmestoornissen. De hoeveelheid flecaïnide in uw bloed kan te hoog worden en bijwerkingen geven. Uw arts zal de hoeveelheid flecaïnide in uw bloed regelmatig controleren.
  • Tamoxifen, gebruikt bij bepaalde vormen van borstkanker. Paroxetine kan het effect van tamoxifen verminderen. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.
  • Perfenazine, een medicijn tegen wanen en hallucinaties (antipsychoticum). Paroxetine kan de bijwerkingen van perfenazine versterken, zoals sufheid en bewegingsstoornissen. Raadpleeg uw arts, zodat deze eventueel de dosering van perfenazine kan verlagen.
  • Pimozide, een medicijn tegen wanen en hallucinaties (antipsychoticum). Bij combinatie met pimozide heeft u een verhoogd risico op hartritmestoornissen. U kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Gebruik het NIET samen met pimozide, behalve als dit volgens uw arts onvermijdelijk is.
  • Pitolisant, een medicijn tegen narcolepsie (slaapziekte). Deze wisselwerking is alleen van belang als u al wel pitolisant gebruikt en daar paroxetine bij krijgt. Paroxetine kan de hoeveelheid van dit medicijn in het bloed verhogen. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn. Of controleert uw arts u extra. Zo nodig past hij de dosering aan.
  • Aripiprazol, brexpiprazol en risperidon, medicijnen tegen wanen en hallucinaties. Paroxetine kan de hoeveelheid van deze medicijnen in het bloed verhogen. Hierdoor kunt u meer bijwerkingen krijgen. Neem hierover contact op met uw arts.
  • Tetrabenazine, medicijn gebruikt bij de ziekte van Huntington. Paroxetine kan de bijwerkingen van tetrabenazine versterken. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.
  • Atomoxetine, gebruikt bij ADHD. Paroxetine kan de werking van atomoxetine versterken. Hierdoor kunnen bijwerkingen toenemen. Uw arts zal de dosis controleren en eventueel aanpassen. Bij stoppen met paroxetine kan de werking van atomoxetine afnemen. Overleg hierover met uw arts of apotheker.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. Deze medicijnen verhogen de kans op bloedingen. Overleg hierover met uw arts.

Bij combinatie met de volgende medicijnen is er een kleine kans op een ernstige bijwerking, het serotoninesyndroom.

  • De pijnstillers pethidine en tramadol.
  • Het antibioticum linezolid.
  • Medicijnen tegen depressie van de tricyclische groep amitriptyline, clomipramine, dosulepine, doxepine, imipramine, maprotiline en nortriptyline) en vortioxetine.
  • Sint-janskruid (hypericum), een kruidenmiddel tegen depressie klachten.

Overleg bij deze medicijnen met uw arts. Misschien kan uw arts u een ander medicijn voorschrijven die dit risico niet heeft. Moet u de combinatie wel gebruiken let dan op de verschijnselen, zoals: trillen, beven, bewegingsdrang, spiertrekkingen, opgewondenheid, verwardheid, angst, koorts, zweten, versnelde hartslag en een verminderd bewustzijn.

Er is bij deze verschijnselen niet altijd sprake van het serotoninesyndroom. Sommige van deze bijwerkingen kunnen ook bij uw ziekte horen of vanzelf weer weg gaan. Raadpleeg bij twijfel wel uw arts, omdat het een ernstige bijwerking is. Vertel ook aan mensen uit uw naaste omgeving over deze bijwerkingen, omdat u ze door de verwardheid en het verminderde bewustzijn mogelijk niet altijd merkt. Zij kunnen dan contact opnemen met de huisarts.

Bij de volgende medicijnen is de kans op deze bijwerking relatief groot. Deze mag u niet samen met paroxetine gebruiken. Overleg met uw arts.

  • Dextromethorfan, een medicijn tegen hoest. Ook na stoppen met dextromethorfan duurt het één dag voordat u paroxetine kunt gebruiken.
  • Selegiline en rasagiline, medicijnen tegen de ziekte van Parkinson en
    fenelzine, tranylcypromine en moclobemide, medicijnen tegen depressie. Ook als u al gestopt bent met paroxetine duurt het een week voor u deze medicijnen veilig kunt gebruiken. Andersom duurt het twee weken voor u, na stoppen met deze medicijnen, met paroxetine mag beginnen. Bij moclobemide kunt u al één dag na het stoppen met paroxetine beginnen.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Dit medicijn kan bijwerkingen veroorzaken, zoals slaperig zijn en moeite hebben met concentreren. Heeft u hier last van? Dan mag u niet autorijden. Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen zo lang u last heeft van deze bijwerkingen. Deze bijwerkingen komen vooral de eerste week van het gebruik voor. Ook als de dosering omhoog of omlaag gaat, kunt u (extra) last hebben van deze bijwerkingen. Ook dan mag u niet autorijden.

Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

Let op: ook depressie of erge paniekaanvallen kunnen een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) wilt autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol kan de bijwerking van dit medicijn sterker maken. Hierdoor kunt u extra suf of slaperig worden. Ook als u gewend bent geraakt aan paroxetine. Gebruik daarom liever geen alcohol of drink minder alcohol als u dit medicijn krijgt.

alles eten?
U mag eten en drinken zoals u normaal ook doet

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn alleen in overleg met uw arts. Weeg met uw arts de ernst van uw ziekte af tegen het risico van dit medicijn voor het kind. Bij gebruik voor lange tijd tijdens de laatste 3 maanden van de zwangerschap (3e trimester) kunnen bij de baby ontwenningsverschijnselen ontstaan na de geboorte. Dit merkt u aan trillen, een onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen. Maar soms kan het ook schadelijk voor de baby of voor u zijn, als uw ziekte niet zo goed mogelijk behandeld wordt. Zo kunnen depressieve klachten ook schadelijk zijn voor de moeder en het kind. Stoppen met dit medicijn als u al zwanger bent wordt dan meestal niet aangeraden. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.

Borstvoeding
U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Het wordt al jarenlang gebruikt door vrouwen die borstvoeding geven, zonder problemen voor het kind.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?
Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek. Download het instructieblad slikken van medicijnen.

Wanneer?
Het maakt niet uit op welk tijdstip van de dag u dit medicijn neemt. Neem het medicijn wel elke dag op hetzelfde moment. Als u veel last heeft van de versuffende werking. neem het dan in de avond voor het slapengaan in. Heeft u juist veel last van onrust en kunt u er slecht van slapen, dan kunt u het beter in de ochtend innemen.

Hoelang?

  • Depressiviteit. Als het medicijn na 10 weken geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal zes maanden blijven gebruiken. Dan heeft u minder kans dat de depressiviteit terugkomt.
  • Angstgevoelens en gespannenheid. Als het medicijn na 3 maanden geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal een jaar blijven gebruiken.
  • Dwangstoornis. Als het medicijn na 3 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Als het goed werkt moet u het meestal meerdere jaren blijven gebruiken.
  • Sociale fobie. Als het medicijn na 4 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog een jaar blijven gebruiken.
  • Specifieke fobie. Als het medicijn na 8 weken nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog een jaar blijven gebruiken.
  • Paniekstoornis. Als het medicijn na 6 weken nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog een jaar blijven gebruiken.
  • Posttraumatische stressstoornis. Als het medicijn na 3 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog minstens een jaar blijven gebruiken.
  • Zenuwpijn. Gebruik dit medicijn zolang u last heeft van de zenuwpijn. Dit is vaak gedurende maanden tot jaren.
  • Jeuk. Gebruik dit medicijn zolang u last blijft houden van de jeuk.
  • Seksuele stoornissen. Als het medicijn na 4 weken nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts.
  • Overgangsklachten. Als het medicijn na 8 weken geen effect geeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts.
  • Premenstrueel syndroom.  De arts kan u adviseren dit medicijn elke dag te gebruiken of alleen in de 2 weken voor u de menstruatie verwacht. Heeft het medicijn na drie menstruaties geen effect? Spreek hierover met uw arts.

Bespreek gedurende de hele behandeling alle veranderingen in uw gedrag of stemming steeds met uw arts. Het kan zijn dat u niet goed of onvoldoende op dit medicijn reageert, en misschien meer baat zult vinden bij een ander medicijn.

Terug naar overzicht